Afgelopen week was ik voor mijn onderzoek in Gdańsk, de grootste haven en “meest Nederlandse stad van Polen”.* Eeuwenlang was Gdańsk (in de Nederlanden destijds bekend als Danzig, Dantsick, Danswijk en nog een aantal varianten) verreweg de belangrijkste handelspartner van Amsterdam – en daarmee eigenlijk van de hele Republiek. De plaatselijke bibliotheken en archieven liggen dan ook vol met documenten die getuigen van deze nauwe contacten, die uiteraard ook hun weerslag hadden op de diplomatie, kunst en literatuur. Ik kwam terug met duizenden foto’s van onder andere brieven, reisverslagen en gedichten.
De banden tussen Gdańsk en Amsterdam zijn ook zichtbaar buiten de archieven. Hoewel de stad zwaar heeft geleden onder de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog, draagt het oude centrum nog altijd duidelijk herkenbare ‘Nederlandse’ sporen (ik gebruik aanhalingstekens om aan te geven dat ‘Nederlands’ in dit geval betrekking heeft op meer dan alleen het gebied van het huidige Nederland). Sommige straten staan vol met typisch Hollandse geveltjes.
Het uiterlijk van de stad is bovendien in hoge mate bepaald door Brabantse architecten, die het Noordelijk Maniërisme meenamen naar het Baltische Zeegebied. De Mechelse Willem van den Blocke, bijvoorbeeld, ontwierp de in 1588 voltooide Hoge Poort. Zijn zoon Abraham werkte vervolgens samen met de Pool Jan Strakowski en de eveneens uit Mechelen afkomstige Anthonis van Obbergen mee aan het ontwerp van “het mooiste oude gebouw” van de stad: het Arsenaal.** Aan Van Obbergen, die in 1586 naar Gdańsk was verhuisd, worden ook het Deense slot Kronborg, het Oudestadsraadhuis van Gdańsk en het Oude Raadhuis van Toruń (eveneens in Polen) toegeschreven. De vormgeving van het Arsenaal zou geïnspireerd zijn op de Vleeshal van Haarlem.
Ook in een ander iconisch gebouw, het Rechtsstadsraadhuis, zijn de Nederlanden en het Noordelijk Maniërisme goed vertegenwoordigd. In de zogenaamde Rode Zaal, de belangrijkste vergaderruimte van de stad, vinden we onder andere een schouw vervaardigd door Willem van der Meer uit Gent en schilderijen van de hand van Hans Vredeman de Vries uit Leeuwarden, zijn zoon Paul en zijn leerling Izaak van den Blocke – een andere zoon van de hierboven genoemde Willem van den Blocke.
Mocht je zelf naar Gdańsk willen afreizen om je te vergapen aan deze en andere ‘Nederlandse’ sporen, dan kun je je trip nog ‘Nederlandser’ maken door te overnachten in het aan de Lange Markt gelegen Holland House Residence-hotel (met op de gevel de tekst ‘Holland Huis/Dom Holenderski’). Bovendien kun je een hapje eten bij restaurant Latający Holender: de Vliegende Hollander.
* T. Grzybkowska, ‘Niderlandyzm w sztuce gdańskiej’, in: T. Hrankowska (ed.), Niderlandyzm w sztuce polskiej (Warszawa: Wydawnictwo Naukowe PWN 1995), p. 93.
** H.Ch.G.J. van der Mandere, ‘Door den Poolschen corridor’, De Nieuwe Gids 48 (1933), p. 524.